Problemen in de bovenlijn, dat wil zeggen de hals, rug en het bekken komen veel voor bij paarden en pony’s . Ze kunnen zich op allerlei manieren uitten waardoor het moeilijk is om een onderscheid te maken in de oorzaak. Om de oorzaak van de klachten te vinden is vaak een uitgebreid onderzoek noodzakelijk. We beginnen altijd met een klinisch onderzoek gevolgd door een grondig manueel onderzoek van de bovenlijn. Op basis van de klachten, het klinische beeld en lichamelijk onderzoek kunnen we het probleemgebied identificeren. Vervolgens kunnen we met behulp van röntgen- en echografisch onderzoek een diagnose stellen.
De hals, rug en het bekken spelen een zeer belangrijke rol in het bewegingsapparaat. Het zijn alle drie zeer grote en complexe structuren die bestaan uit spieren, banden, pezen, zenuwen en uiteraard de benige delen. De hals is het meest flexibele deel van de wervelkolom en speelt een belangrijke rol in de balans en het evenwicht van het paard. De rug is eveneens zeer belangrijk, het vormt de verbinding tussen de voor- en achterhand. Ook maakt de rug lengtebuiging mogelijk. Verder vormen de hals en ruggenwervels een tunnel die het ruggenmerg (zenuwbanen) beschermen. Het bekken vormt de verbinding tussen de achterbenen en de rug en speelt een cruciale rol in het overdragen van de krachten van de achterbenen naar de rest van het lichaam.
Omdat de bovenlijn een zeer complexe structuur is, kunnen er allerlei verschillende problemen voorkomen. Daarom zijn de symptomen van problemen in de hals, rug en het bekken zeer variabel. Bij halsproblemen kunnen de klachten variëren van problemen in de aanleuning of stelling maar ook klachten zoals hoofdschudden, een kreupelheid, staakgedrag of een coördinatiestoornis. Rugproblemen uitten zich vaak in stijfheid, pijn bij opzadelen, verminderde impuls, moeite met zijgangen of verzet bij het rijden. Bekken problemen uitten zich vaak in een wat stijve achterhand, verminderde impuls, moeite met verzamelen en springen, moeite met (aan)galopperen en soms ook verzet tijdens het rijden. Het is daarom meestal niet mogelijk om op basis van alleen de klachten al de oorzaak of het probleemgebied te kunnen duiden.
We beginnen altijd met een gesprek zodat we meer te weten komen over uw paard of pony en tegen welke problemen u aan loopt. Daarna beginnen we met een uitgebreid klinisch onderzoek. We starten daarbij met monsteren van uw paard of pony. Dit doen we zowel op harde als zachte ondergrond. Dit doen we om te zien hoe deze beweegt en of er geen andere problemen meespelen zoals een (subtiele) kreupelheid. Een kreupelheid kan namelijk ook een oorzaak zijn van klachten vanuit de hals, rug of het bekken. Indien de klachten vooral onder het zadel voorkomen, kunt u uw paard of pony ook voorrijden. Na het monsteren zullen we een uitgebreid manueel onderzoek uitvoeren van de gehele bovenlijn. Bij het manuele onderzoek voelen we de gehele bovenlijn af of er sprake is van pijnlijke plekken, hoge spierspanning, pijn of beperkingen in het bewegen van bepaalde delen.
Aan de hand van de klachten, de manier van bewegen en de bevindingen tijdens het onderzoek kunnen we het probleemgebied identificeren. De volgende stap om tot een diagnose te komen is het uitvoeren van diagnostische beeldvorming van het probleemgebied. De hals kunnen we uitgebreid in beeld brengen met behulp van röntgenfoto’s en echografisch onderzoek. De rug is ook met behulp van röntgenfoto’s en echografie te onderzoeken. Het bekken is lastiger in beeld te brengen met röntgenfoto’s omdat het omgeven wordt door een grote hoeveelheid spiermassa. Het bekken is wel echografisch goed te onderzoeken. Dit kan zowel uitwendig als inwendig. Door middel van een inwendig echografisch onderzoek kunnen we ook de tussenwervelschijven van de laatste lendenwervels en het SI gewricht in beeld brengen.
Als u op de hoogte wilt blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen de praktijk, nieuw geschreven artikelen of nieuw binnen de paarden(geneeskunde)wereld kunt u zich hier opgeven voor de nieuwsbrief.