Een peesblessure, de meeste paardeneigenaren kennen het als de plotse zwelling die niet wegtrekt. Anderen komen er mee in aanraking door een minder presterend of zelfs kreupel paard. Helaas is het in beide situaties vaak al een voldongen feit. Een lange revalidatieperiode met als eindresultaat nooit meer dezelfde kwaliteit van de pees. Meer kennis over peesblessures kan helpen om deze in een vroeger stadium te ontdekken en erger te voorkomen.
Een pees is de verbinding van een spier met het bot, hoewel we verbindingen tussen twee botten (eigenlijk een ligament) ook vaak een pees noemen. Pezen bestaan uit lange collageenvezels in een matrix (soort ophang- en voedingssysteem). Deze vezels vormen samen een bundel, die met andere bundels weer grotere bundels vormen. Door deze ordening is een pees in staat om op een elastische manier grote trekkrachten te weerstaan.
Pezen kunnen onder andere beschadigd raken als deze bundels voorbij hun elastische grens worden gerekt. Bijvoorbeeld door een plotse kracht door landing na een hindernis of bij racepaarden op volle snelheid. Meestal beschadigt de pees echter steeds een klein stukje, ongemerkt, totdat de kleine beschadigingen samen een scheur veroorzaken. Dit zien we vooral bij paarden waarbij de pezen over een langere draagfase en herhaaldelijk belast worden, zoals in de dressuur. Daarnaast kunnen pezen ook beschadigd worden door oververhitting, infectie of uitwendige schade.
De eerste stap om een peesblessure eerder op te merken is je paard goed te kennen. Ken de basis van zijn anatomie en voel met dat in het achterhoofd elke dag zijn benen na. Is er een zwelling onderhuids? Is dat op een plek waar het veroorzaakt kan zijn door belangrijke structuren die beschadigd zijn? Sommige zwellingen verdwijnen met een paar dagen stappen en koelen. Dit geldt ook voor sommige zwellingen van peesblessures. Dat de zwelling afneemt met een paar dagen betekent niet automatisch dat het been weer volledig belastbaar is.
Pijnlijkheid is vaak geen goede graadmeter voor een peesblessure. De meeste soorten peesblessures zijn namelijk niet pijnlijk, tenzij het een aanhechtingsblessure betreft of op een plek zit waar de zwelling een pijnlijke druk geeft.
Besef wat voor soort belasting je aan je paard geeft en wat daarop de reactie zou kunnen zijn. Welke pezen krijgen meer belasting? Hoeveel herstel heeft hij hierna nodig? Vindt hij de oefeningen die ik doe gewoon moeilijk of is het pijnlijk voor hem en krijg ik daarom verzet?
Bij twijfel kan klinisch onderzoek door een gespecialiseerde paardenarts, aangevuld met beeldvorming van het been de doorslag geven. Tegenwoordig kunnen we met behulp van steeds geavanceerdere scans (bijvoorbeeld de UTC scan) kleine beschadigingen of overtraindheden oppikken, voordat deze grotere problemen gaan geven.
Als er al peesblessures zijn ontstaan, is het belangrijk deze zo snel mogelijk de juiste behandeling te geven. Deze behandeling is altijd maatwerk! Eerst moet duidelijk worden welk deel van welke pees geblesseerd is en in welk stadium (of stadia) deze blessure zich bevindt. Hiervoor een echografisch onderzoek onmisbaar.
Het eerste stadium van een peesblessure is de ‘ontstekingsfase‘ , waarin het lichaam het kapotte weefsel opruimt.
Dit gaat vaak gepaard met de kenmerkende ontstekingsreactie: warmte, zwelling en vaak pijn. Dit duurt meestal 10-21 dagen. Tijdens deze periode helpt het om de pees goed te koelen gedurende 20 minuten. Daarnaast kan ontstekingsremmende medicatie in deze fase een rol spelen. Beweging kan de blessure erger maken doordat de enzymen die in het opruimproces actief zijn teveel verplaatst worden.
Bij een actieve ontsteking willen we de beweging dus wat beperken, of zelfs gebruik maken van steunverbanden of gips . Daarnaast kiezen we voor een beslag waarmee we naar gelang het herstel van de blessure meer of minder spanning van de pees halen.
Na de ontstekingsfase krijgen we de ‘proliferatiefase’. Hierin begint het lichaam weer peesvezels aan te maken, helaas vaak grotendeels met bindweefsel of minderwaardig collageen. Gelukkig hebben we tegenwoordig meer methodes om dit herstel zo optimaal mogelijk te maken: stamceltherapie, PRP, Shockwave, etc. Dit zijn mooie aanvullingen, maar ook in deze fase blijft de juiste belasting van de pees het allerbelangrijkst. Te weinig belasting vragen zal de pees te weinig prikkelen om een hogere kwaliteit van weefsel te ontwikkelen, terwijl teveel of te hoge belasting juist extra schade zal aanrichten. De juiste hoeveelheid en intensiteit van gecontroleerde beweging is de basis van goed herstel. Koelen van het been blijft ook in deze fase nuttig.
Een week of 6 na de proliferatiefase gaat deze over in de ’remodelleringsfase‘; een fase waarbij de peesvezels weer grotere bundels gaan vormen en zich moeten rangschikken in de richting van de rekkracht. In deze fase is het belangrijk om de belasting van de pees constant aan te passen naar aanleiding van het klinische en echografische beeld. De juiste aanpassing in het beslag is daarbij van grote waarde voor het ontlasten in het begin naar steeds meer belasting vragen. Van belang is ook het effect van dit beslag op de juiste bodem.
Een goede ondersteuning van de laatste twee fases is bijvoorbeeld het gebruik van een aquatrainer. Hierbij wordt er tijdens de beweging wel spanning op de pees gelegd, maar door de opwaartse druk van het water steunt er minder gewicht op de pees. Een bijkomend voordeel is dat deze manier van training meer spierkracht vraagt van o.a. de rugspieren en dat er hierdoor minder spierverlies optreed.
Beetje bij beetje kan de belasting op deze manier steeds verder worden teruggebracht naar het oude niveau. Deze fase kan echter lang duren (meerdere maanden) en zelfs bij volledige belasting gaat dit proces nog door. Wordt dit proces zo optimaal mogelijk uitgevoerd, kan de herstelde pees de kwaliteit van het origineel benaderen, helaas is dit nooit helemaal 100%. Vooral elastische eigenschappen gaan deels verloren door het gevormde bindweefsel. Dit betekent gek genoeg dat de plek van de blessure meer trekkracht aankan, maar minder kan ‘veren’. Deze elasticiteit zal door het overige deel van de pees moeten worden overgenomen, met daarbij extra kans op overrekking en een nieuwe blessure.
Voor een optimaal herstel van een peesblessure is rust en een op maat gemaakt revalidatieschema de belangrijkste basisvoorwaarde. We kunnen het herstel daarnaast verder stimuleren door een aantal aanvullende behandelmethodes. Sommige acute peesblessures kunnen we behandelen met PRP, hiermee stimuleren we vooral de proliferatiefase. Verder is shockwave therapie een methode die wij vaak succesvol toepassen om de kwaliteit van het herstelweefsel te optimaliseren. Ook lasertherapie gebruiken wij regelmatig bij peesproblemen. Welke aanvullende behandeling het beste resultaat geeft, is echter afhankelijk van de pees, de grote en de aard van de blessure. Aangepaste belasting is en blijft echter altijd noodzakelijk bij een peesprobleem ondanks eventuele aanvullende behandelingen.
Hoe frustrerend het ook is om een paard met een peesblessure te hebben, het wordt nog veel frustrerender als deze pees opnieuw geblesseerd raakt. Wat kun je doen om blessures te voorkomen?
Ken je paard en begrijp wat je van hem vraagt. Voelt je paard niet aan zoals je gewend bent, dan kan het zijn dat er compensatie van het lichaam aan de orde is, wat kan betekenen dat de belasting op de verschillende benen verandert.
Zeker met al bekende blessures kan het nuttig zijn je paard geregeld te laten monitoren door een paardenarts die gespecialiseerd is in peesblessures. Door een standaardbeeld te hebben met behulp van een geavanceerde scan, bijvoorbeeld een UTC scan, kan er adequaat worden gereageerd op kleine veranderingen, nog voordat er een onomkeerbare blessure ontstaat.