Hoefbevangenheid is een zeer pijnlijke aandoening die regelmatig voorkomt. Het is een ontsteking van de lederhuid, de verbinding tussen het hoefbeen en de hoefwand. Het komt vrijwel altijd aan twee benen of alle vier de benen voor.
Het uit zich door een (zeer) korte, pijnlijke gang, niet willen lopen, warme hoeven en ontlasten van de pijnlijke voeten. Door de ontstoken lederhuid kan de verbinding tussen het hoefbeen en hoefwand (deels) loslaten waardoor het hoefbeen kan gaan kantelen binnen de hoefschoen. In zeer ernstige gevallen kan het hoefbeen zelfs zakken in de hoefschoen en door de zool heen drukken. De behandeling bestaat uit ontstekingsremmers, bloedverdunners en aangepast beslag. Paarden die hoefbevangen zijn moeten op een sober en suikerarm rantsoen. Verder mogen ze geen arbeid verrichten en is het advies om de voeten te koelen of een stukje nat zand te creëren wat ook verkoelend werkt.
Hoefbevangen paarden en pony’s lopen heel kort en voorzichtig, het lijkt soms alsof ze op eieren lopen. Dit is vaak het beste zichtbaar op harde ondergrond. Hoefbevangenheid komt eigenlijk altijd beiderzijds voor, meestal aan beide voorbenen of alle vier de benen. Vaak zullen ze op allerlei manier proberen om de aangedane benen zoveel mogelijk te ontlasten. Ze liggen vaker en hebben de neiging om meer op de achterhand te gaan hangen. Meestal hebben ze vanwege de pijn minder eetlust en zijn ze minder fit. Andere symptomen zijn warme en pijnlijke hoeven en kloppende bloedvaten aan de onderbenen.
De harde hoefwand vormt een soort capsule, deze beschermt alle structuren die zich in de hoefschoen bevinden, waaronder het hoefbeen. Het hoefbeen hangt als het ware opgehangen aan de binnenzijde van de hoefwand. Vandaar dat de hoefwand een groot deel van het gewicht van het paard draagt. Het hoefbeen zit door middel van de lederhuid vast aan de hoefwand, deze verbinding staat tijdens belasting van de voet onder grote spanning. De lederhuid wordt goed doorbloed en bevat veel kleine haarvaatjes, minuscule bloedvaatjes. Door de grote druk die uitgeoefend wordt op de lederhuid is deze echter heel erg gevoelig voor verstoringen.
Om de grote spanning te verdelen over een zo’n groot mogelijk oppervlak bevat de lederhuid heel veel kleine plooien. Die plooien worden ook wel lamellen genoemd. Deze lamellen zorgen ervoor dat het contact oppervlak tussen de lederhuid en de hoefwand heel groot is. Hoefbevangenheid wordt ook wel laminitis genoemd, dat betekent een ontsteking van de lamellen van de lederhuid.
Hoefbevangenheid kan vele oorzaken hebben, ondanks veel onderzoek zijn de exacte ontstaansmechanismes nog steeds niet helemaal opgehelderd. Wel weten we dat de bloedvaten in de ondervoeten zeer gevoelig zijn voor allerlei invloeden. Zo is bekend dat insuline leidt tot vernauwingen in de haarvaatjes van de ondervoeten. Daarom hebben paarden en pony´s met insulineresistentie een groter risico om bevangen te raken. Paarden met PPID lopen ook een groter risico op bevangenheid. Dit komt omdat deze ziekte de stofwisseling ontregelt en ook kan leiden tot hogere suiker en insuline spiegels in het bloed. Ook zijn deze vaatjes zeer gevoelig voor toxines (gifstoffen) welke ook leiden tot vernauwingen van de bloedvaten. Daarom lopen merries die aan de nageboorte staan en paarden met zeer zware infecties een groot risico op bevangenheid.
Er zijn 3 manieren waarop een ontsteking van de lamellen kan ontstaan. De meest voorkomende oorzaak is een te hoge insulinespiegel. Paarden of pony’s met insulineresistentie, obesitas of PPID (de ziekte van Cushing) lopen een risico op een verhoogde insulinespiegel. Een te hoge insulinespiegel heeft invloed op de bloedvaatjes in de ondervoet en verstoort de groei van de lamellen. Hierdoor zijn paarden met obesitas, insulineresistentie of PPID gevoeliger voor suikers en lopen ze meer risico op hoefbevangenheid.
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat er bij veel paarden met insuline resistentie al microscopische veranderingen in lederhuid zichtbaar zijn. Deze groep paarden hadden echter geen verschijnselen van hoefbevangenheid. Deze vorm van bevangenheid is dus vaak sluimerend al aanwezig zonder dat het direct leidt tot kreupelheid. Een paar keer een flinke stijging in de suiker- en insulinespiegel kan dan al leiden tot klachten van hoefbevangenheid.
Een andere manier waardoor hoefbevangenheid kan ontstaan is door een bloedvergiftiging. Bij een bloedvergiftiging komen er bacteriën en hun toxines (gifstoffen) in de bloedbaan terecht. De bloedvaatjes in de lederhuid staan al onder grote druk en zijn gevoelig voor verstoringen. Als de bloeddoorstroming verstoord raakt in de lederhuid kan dit leiden tot een gebrek aan zuurstof en ophoping van afvalstoffen waardoor cellen beschadigd raken. Hierdoor kan de lederhuid ontstoken raken. Een bloedvergiftiging kan bijvoorbeeld ontstaan bij een merrie die aan de nageboorte staat of bij paarden met een ernstige ontsteking van de dikke darm (colitis).
De derde manier waardoor hoefbevangenheid kan ontstaan is door overbelasting van een voet. Dit is de minst voorkomende vorm van hoefbevangenheid. Deze variant wordt meestal gezien bij paarden die in het gips staan vanwege een gebroken been. Dit ontstaat dan ook alleen maar door zeer langdurige overbelasting. Door langdurige overbelasting van één voet worden ook de lamellen in die voet continue overbelast. Naast de mechanische invloed heeft dit ook invloed op de bloedvoorziening van de lederhuid. Door de combinatie van mechanische overbelasting en verstoorde bloedvoorziening kan uiteindelijk hoefbevangenheid ontstaan.
Als gevolg van de ontstoken lederhuid kan de verbinding tussen het hoefbeen en de hoefwand (deels) loslaten. Daardoor kan het hoefbeen gaan kantelen en er meer ruimte ontstaan tussen hoefbeen en hoefwand. Dit is het beste zichtbaar op röntgenfoto’s. De kanteling van het hoefbeen resulteert ook in een verbrede witte lijn. Op de lange termijn kan een kanteling van het hoefbeen zichtbaar blijven door een knikje in de hoefwand. Dat ontstaat doordat na een kanteling de hoefwand vanuit de kroonrand weer vlakker langs het hoefbeen af groeit terwijl de ontstane ruimte tussen hoefbeen en hoefwand verderop aanwezig blijft. In zeer ernstige gevallen kan de verbinding tussen hoefbeen en hoefwand zodanig verslechteren dat het hoefbeen niet alleen kantelt maar zelfs in zijn geheel gaat zakken binnen de hoefcapsule. Dit is een zeer ernstige complicatie waarbij het zover kan gaan dat het hoefbeen door de zool heen drukt, een zoolbreuk.
Zijdelingse röntgenopnames van ondervoeten, de hoefwand en het hoefbeen zijn met rode lijnen geaccentueerd. Links een normale ondervoet zonder gekanteld hoefbeen. Rechts een röntgenopname van een vrij ver gekanteld hoefbeen.
Er is helaas geen echte curatieve behandeling voor hoefbevangenheid. Wel kunnen we ondersteuning bieden op een aantal vlakken. De behandeling bestaat uit ontstekingsremmers om de ontstekingsreactie tot rust te brengen en de pijn te verminderen. We combineren dit meestal met een bloedverdunner en middel dat de bloedvaten verwijdt. Het idee hierachter is dat deze combinatie de bloedvoorziening naar de lederhuid vergroot om afvalstoffen en ontstekingsmediatoren af te voeren.
Naast de medicatie zijn er verschillende mogelijkheden om met bekappen dan wel speciaal beslag het paard of pony comfortabeler te krijgen. Het lastige wat betreft het beslag, is dat elk paard anders reageert. Er moet dus per geval bekeken worden welk beslag het beste werkt.
Vaak is het in de acute fase verstandig om de ijzers te laten zitten. We gebruiken ook regelmatig een omgekeerd ijzer. Door het ijzer om te draaien wordt de toon, de voorzijde van de voet, ontlast. We hebben ook speciale zooltjes die we met een verband onder de voet kunnen plaatsen. Door het zooltje gaat de zool meer meedragen en zodat de hoefwand en lederhuid wat ontzien worden.
Bij chronisch bevangen patiënten zijn er verschillende soorten beslag mogelijk waaronder een omgekeerd ijzer of een gewoon ijzer met een zooltje en siliconen. Vooral bij bevangen paarden of pony’s die nog gevoelig blijven lopen wordt vaak een beslag met een zooltje en siliconen gebruikt om de zool wat meer mee te laten dragen. Welk beslag het beste geschikt is zullen we echter per situatie moeten bekijken en gaat in overleg met de hoefsmid.
Bij acute gevallen is het vooral van belang het paard zo comfortabel mogelijk te maken, dus zo min mogelijk beweging geven. Denk ook aan een dikke laag bodembedekking in de stal, dit helpt om de druk onder de voeten beter te verdelen. Een goed alternatief is de paddock met een stukje nat zand zodat de voeten gekoeld worden en de zool ook meedraagt op het zand. Uiteraard moeten ze ook ergens comfortabel kunnen liggen.
Ook moet het rantsoen aangepast worden, de voorkeur gaat uit naar wat grofstengelig liefst droog hooi en verder geen krachtvoer. Bij het ruwvoer is het belangrijk om te kiezen voor ruwvoer met een laag suikergehalte. De enige betrouwbare manier om hier zeker van te zijn, is door een ruwvoeranalyse uit te laten voeren. Wanneer ander ruwvoer niet mogelijk is en onbekend is hoeveel suiker erin zit, kan ook gekozen worden om het ruwvoer 30 tot 60 minuten in water te weken. Hierdoor wordt een deel van de wateroplosbare suikers uit het ruwvoer gespoeld.
Wanneer het paard medicatie nodig heeft, kan het zo nodig gemengd worden met een handje suiker- en zetmeelarm krachtvoer. De meeste krachtvoeders en slobbers bevatten veel zetmeel door o.a. de granen die deze producten bevatten. Deze producten zijn niet geschikt voor paarden met (een kans op) hoefbevangenheid.
Niet alleen tijdens de acute fase van hoefbevangenheid is een aangepast rantsoen nodig. Ook in de toekomst wanneer het paard weer hersteld is, heeft het paard een aangepast rantsoen op maat nodig dat rekening houdt met de vergrootte kans op hoefbevangenheid. Zeker als het paard ook overgewicht en/of insulineresistentie heeft. Dan is het ook van belang dat het paard gezond en gecontroleerd gewicht gaat verliezen. Lees hier meer over overgewicht en de preventie van hoefbevangenheid.
Hoefbevangenheid is hele nare aandoening en er zijn gelukkig een aantal maatregelen die kans op hoefbevangenheid verkleinen. Vooral voeding en het voorkomen van overgewicht spelen een zeer grote rol in het voorkomen van hoefbevangenheid. Meer informatie over voeding en de preventie van hoefbevangenheid kan je in dit artikel vinden.
Als u op de hoogte wilt blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen de praktijk, nieuw geschreven artikelen of nieuw binnen de paarden(geneeskunde)wereld kunt u zich hier opgeven voor de nieuwsbrief.