Hoefbevangenheid is een zeer pijnlijke aandoening die we veel zien bij paarden en pony’s. Het is het gevolg van een ontstoken lederhuid, dat is de verbinding tussen het hoefbeen en hoefwand. Het uit zich door een zeer stijve en pijnlijke gang, in ernstigere gevallen willen paarden niet meer lopen en liggen ze erg veel. Voeding speelt een grote rol in het ontstaan van hoefbevangenheid, daarom is goede voeding ook zeer belangrijk om hoefbevangenheid te voorkomen. Dit geldt zeker voor paarden en pony’s met stofwisselingsproblemen zoals insulineresistentie en PPID.
Voeding speelt een hele grote rol in het ontstaan van hoefbevangenheid. Zoals al uitgelegd in het artikel over hoefbevangenheid zijn met name verstoringen in de suikerstofwisseling een grote risico factor op het ontwikkelen van hoefbevangenheid. Suikers kunnen op 2 manieren bijdragen aan de ontwikkeling van hoefbevangenheid.
We weten sinds enkele jaren dat een hoge insuline- en suikerspiegel in het bloed leidt tot afwijkingen van de lamellen. De lamellen van de lederhuid vormen de verbinding tussen hoefwand en hoefbeen. Door een chronische verhoogde insuline- en suikerspiegel worden de lamellen langer en slapper. Dit hoeft echter niet gelijk tot hoefbevangenheid te leiden. Uit onderzoek bleek dat veel paarden met insulineresistentie al duidelijke microscopische veranderingen hadden aan de lamellen zonder dat ze daardoor moeilijker liepen. Maar door deze veranderingen in de lamellen is de kans dat ze daadwerkelijk hoefbevangen worden vele malen groter dan bij gezonde paarden. Bij paarden met stofwisselingsproblemen zoals insulineresistentie, PPID en obesitas heeft hoefbevangenheid dus vaak een sluimerend verloop.
Ook een eenmalige overmaat aan suikers kan leiden tot hoefbevangenheid. Bij alle paarden is een overmaat aan koolhydraten, zoals suiker, zetmeel en fructaan, een risicofactor op het ontwikkelen van hoefbevangenheid. Zetmeel wordt in de dunne darm beperkt verteerd en fructaan helemaal niet. Het resterende zetmeel en al het fructaan dat een paard eet komt dus onverteerd in de blinde- en dikke darm terecht. In de blinde- en dikke darm worden deze producten snel gefermenteerd door microben. Deze snelle fermentatie verstoort de microbiële omgeving waardoor er een stijging is in melkzuurproducerende bacteriën. Hierdoor daalt de zuurgraad in de darmen en is er sprake van verzuring. Door de verzuring gaan goede bacteriën dood en hierbij worden gifstoffen geproduceerd die in de darmen terecht komen.
Binnen 24 uur na de overlading van koolhydraten raakt de darmwand beschadigd en hierdoor wordt de doorlaatbaarheid van de darm verhoogd. De verhoogde doorlaatbaarheid zorgt ervoor dat de geproduceerde gifstoffen opgenomen kunnen worden, waardoor deze in de bloedcirculatie van het paard komen. Dit kan al binnen 12 uur na de overlading van koolhydraten. Binnen 24 tot 48 uur na de overlading kan het paard al klinisch hoefbevangen zijn. Dit proces kan bij elk paard of pony voorkomen en leiden tot acute hoefbevangenheid.
Voeding speelt een zeer grote rol in het ontwikkelen van hoefbevangenheid, daarom is voeding ook een zeer groot aandachtspunt voor het voorkomen van hoefbevangenheid. Hier geven een aantal tips om hoefbevangenheid te voorkomen
Ten eerste is het heel belangrijk om op het gewicht van je paard dan wel pony te letten. Dit kan door gebruik te maken van het Body Condition Score systeem. Hierbij wordt gekeken en gevoeld naar plaatsen waar vet zich meestal hoopt. Denk hierbij aan op de ribben, op de schouder, bij de staartwortel en in de hals. Overgewicht geeft niet alleen meer druk op de hoeven maar geeft ook een grotere kans op het ontwikkelen van insulineresistentie. Wanneer er sprake is van overgewicht dient het paard gezond en gecontroleerd gewicht te verliezen. Meer over overgewicht kan je in dit artikel lezen.
Naast het voorkomen van overgewicht is het ook van belang dat paarden en vooral pony’s geen enorme hoeveelheden suikers gevoerd krijgen. Vooral fructaan, het suiker in gras, is gevaarlijk. Om de opname hiervan te minimaliseren is het belangrijk dat het grasland goed onderhouden wordt. Zorg ervoor dat paarden en pony’s die gevoelig zijn voor bevangenheid maar beperkt weidegang krijgen. De duur van de weidegang beperken helpt niet voldoende om de opname te beperken. Paarden zijn namelijk heel goed in staat om in korte tijd veel gras te eten. Een graasmasker kan wel de hoeveelheid gras die het paard eet beperken.
Het fructaangehalte is o.a. afhankelijk van de staat van het gras en land, de mate van bemesting en de weersomstandigheden. In het voorjaar en najaar is het aan te raden om gevoelige dieren pas eind van de ochtend of in de middag op het land te zetten. Na een zonnige dag en koude nacht is het suiker gehalte namelijk erg hoog in het gras omdat de stofwisseling stil ligt bij lage temperaturen. Zodra de temperatuur stijgt zal het suikergehalte in het gras ook weer gaan dalen. Zomers bij warm en zonnig weer is het fructaangehalte juist het hoogst in de middag.
Paarden die al eens hoefbevangen zijn geweest en insulineresistentie en/of overgewicht hebben, hebben een grote kans om weer hoefbevangen te worden. Voor deze paarden is weidegang niet aan te raden, omdat zij dan teveel suikers binnen kunnen krijgen. Wanneer deze paarden succesvol zijn afgevallen en insulineresistentie is tegengegaan, kan beperkte weidegang met een graasmasker mogelijk zijn.
Voedingsbehoeften van paarden zijn paardspecifiek. Daarom is het, zeker wanneer er sprake is van hoefbevangenheid en/of overgewicht, belangrijk om elke situatie apart te evalueren. Meer informatie over voeding van paarden en voedingsconsult kunt u vinden in dit artikel.
Als u op de hoogte wilt blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen de praktijk, nieuw geschreven artikelen of nieuw binnen de paarden(geneeskunde)wereld kunt u zich hier opgeven voor de nieuwsbrief.