Paardenkliniek De Raaphorst

Halsproblemen bij het paard: de anatomie van de hals

De hals vormt de verbinding tussen het hoofd en de romp van het paard. Vanwege zijn lengte en gewicht speelt de hals een belangrijke rol in de balans en het bewegingsmechanisme van het paard. Door de hals te laten zakken of juist omhoog te brengen kan het paard het middelpunt van zijn gewicht verplaatsen en daarmee zijn balans houden tijdens het bewegen. Zonder een correcte balans kan een paard dan ook niet soepel bewegen. De hals is echter ook een vrij gecompliceerde structuur waarin we verschillende problemen tegen kunnen komen. Om meer inzicht te krijgen in halsproblemen bij het paard en de anatomie van de hals hebben we deze serie artikelen geschreven. Daarom zullen we in dit eerste artikel de anatomie van de hals doornemen.

Anatomie van de paardenhals

Om meer kennis en inzicht te krijgen in problemen die ontstaan vanuit de hals is het belangrijk om de anatomie van de hals te kennen. Een paard heeft 7 halswervels, de halswervels worden meestal aangeduid als C1 tot en met C7. De C staat daarbij voor cervicaal (hals). Als we het over de gewrichten van de hals hebben spreken we bijvoorbeeld van C5-6, dat wil zeggen het gewricht tussen de 5de en 6de halswervel.

De halswervels

Elke halswervel bestaat uit het lichaam van de wervel met daarin de holte waar het ruggenmerg doorheen loopt. De eerste twee halswervels hebben een vrij specifieke vorm waardoor de eerste twee gewrichten een grote bewegingsvrijheid hebben. De eerste wervel, de atlas, heeft twee grote vleugels aan de zijkanten van het wervellichaam. Daardoor lijkt deze een beetje op een vlinder. Door de typische vorm van het gewricht tussen het achterhoofd en de atlas (C0-1) is dit gewricht met name geschikt voor het buigen en strekken, “ja knikken”.

De tweede halswervel, de axis, is een vrij lange halswervel waarbij de voorzijde halfrond is en het gewrichtsvlak vormt met de atlas. Door deze specifieke vorm is dit gewricht vooral geschikt voor lateroflexie, “nee schudden”. Deze wervel heeft een vrij fors ontwikkelde bovenzijde die een stukje over de atlas heen hangt waardoor hij ook heel herkenbaar is.

Occiput-C1-C2 paard

Rontgenfoto achterhoofd en wervels

Röntgenfoto van het achterhoofd en de Atlas

De andere halswervels zijn vrij vergelijkbaar van vorm. Ze bestaan allemaal uit een wervellichaam met daarin de holte waar het ruggenmerg doorheen loopt. In vergelijking met de borst en lendenwervels zijn de halswervels relatief compact, ze hebben geen grote dwars- of doornuitsteeksels. Alleen de laatste halswervel (C7) heeft vaak een klein doornuitsteeksel.  Vanaf C2-3 tot en met C7-T1 kunnen deze gewrichten een combinatie maken van lengtebuiging (lateroflexie) en draaien (rotatie).

Halswervel

Röntgenfoto van de hals van een pony T1-C6

Röntgenfoto van de laatste halswervels (T1-6C)

Gewrichten van de hals: het facetgewricht en de tussenwervelschijf

Alle halswervels hebben aan de bovenzijde zowel aan de voor- als achterzijde kleine “vleugeltjes”, deze vleugels vormen de verbinding tussen de opeenvolgende wervels. Deze gewrichten worden ook wel de facetgewrichten genoemd. Dit zijn synoviale gewrichten, net zoals het kogelgewricht. Beide gewrichtsvlakken zijn bekleed met kraakbeen en worden omgeven door synovia (gewrichtsvloeistof), zodat het gewricht soepel kan bewegen. De beweeglijkheid van het gewricht wordt begrensd door een sterk gewrichtskapsel.

Halswervel, facetgewricht paard

close-up van het facetgewricht

Skelet van de hals van een paard T1-C6

De overgang van halswervels naar borstwervels.

Naast de synoviale facetgewrichten zit er tussen elke halswervel ook een kraakbenig gewricht. Dit zijn de tussenwervelschijven die aan de onderzijde van de wervellichamen tussen de wervels zitten.  Om de hals zijn kenmerkende flexibiliteit te geven zijn deze tussenwervelschijven sterk maar ook zeer flexibel.

Ligamenten en spieren van de hals

Ligamenten zijn belangrijke pezige structuren die verschillende benige delen met elkaar verbinden. Het belangrijkste ligament van de hals is de nekband (ligamentum Nuchae). Dit ligament loopt van het achterhoofd tot aan de doornuitsteeksels van de borstwervels. Het is een zeer sterk maar ook zeer elastisch ligament. Het bevat vele lamellen die alle halswervels verbinden met de nekband. De nekband helpt het gewicht van het hoofd en de hals te dragen en te bewegen. Tussen de eerste halswervels en de nekband bevindt zich een slijmbeurs (de Nuchal bursa). Deze slijmbeurs zorgt ervoor dat de nekband soepel over de eerste twee wervels kan bewegen.

anatomie voor halsproblemen paard

Ligamentum Nuchae paard: 1a) Funiculaire gedeelte, 1b) Lamellaire gedeelte, 2) Nuchale slijmbeurzen, 3) Occiput, 4) Spinaaluitsteeksel borstwervel

Naast de nekband zijn er verschillende kleine ligamenten die de halswervels met elkaar verbinden en stabiliteit geven. Een groot verschil tussen de hals en de rest van de wervelkolom is dat de halswervels ook worden omgeven door kleine spieren (Longus colli spieren) aan de onderzijde. Deze spieren zorgen dat de halswervels stevig en stabiel met elkaar verbonden zijn zonder dat dit ten koste gaat van de flexibiliteit van de hals. De beweeglijkheid van de hals komt vooral door de verschillende lange halsspieren.

Altijd op de hoogte

Als u op de hoogte wilt blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen de praktijk, nieuw geschreven artikelen of nieuw binnen de paarden(geneeskunde)wereld kunt u zich hier opgeven voor de nieuwsbrief.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.