In dit derde deel van de artikelen over halsproblemen draait het om de nekband, het ligamentum Nuchae. In de voorgaande artikelen zijn de algemene anatomie van de hals en artrose van de hals behandeld. De nekband (het ligamentum nuchae) is een belangrijk ligament van de hals en helpt het gewicht van het hoofd te dragen. Dit ligament strekt zich uit van de achterkant van het hoofd (occiput) tot op de doornuitsteeksels van de schoft wervels. (De zesde en zevende halswervel hebben bij rijpaarden meestal geen verbinding met de nekband). Het bestaat uit twee delen, een funiculair deel en een laminair deel. Het funiculaire deel vormt een dikke stevige band tussen het achterhoofd en de spinaaluitsteeksels van de schoftwervels. Het laminaire deel is minder dik en vult de ruimte tussen de halswervels en het stevige funiculaire deel van de nekband.
Het meest voorkomende probleem van het ligamentum nuchae is een irritatie van de aanhechting op het achterhoofd. Irritatie van de aanhechting van de nekband op het achterhoofd kan onder andere ontstaan door trauma. Bijvoorbeeld als het paard hangt wanneer het vast staat. Het kan ook ontstaan door overbelasting en door verkeerd gebruik. Natuurlijk zijn er ook individuele verschillen. Niet elk paard kan een gelijke belasting aan, het ene paard zal zich hierdoor sneller blesseren dan het andere paard.
Een typisch gehoorde klacht bij problemen van de nekband is moeite of verzet bij het omlaag brengen en buigen van de hals en het hoofd. Ook weerstand tegen teugeldruk is een mogelijke klacht. Verder kunnen blessures van het ligamentum Nuchae ook leiden tot problemen met een stabiele aanleuning en/of hoofdschudden.
Het afvoelen van het gebied van de aanhechting van het ligamentum nuchae leidt niet altijd tot een duidelijke pijnreactie. Om de diagnose te kunnen stellen is het daarom nodig om het gebied in beeld te brengen met röntgenfoto’s en een echo. Omdat veranderingen die we waarnemen met röntgen en echo niet altijd in relatie staan tot klinische problemen kunnen de beelden nooit los gezien worden van de klachten bij het paard. Belangrijk hierbij is de mate van botbeschadiging, botactiviteit en of ook de aanhechting van de semispinalispees betrokken is. Zo zien we veel paarden met een onregelmatige botbelijning van het achterhoofd, zonder dat deze klachten hoeven te hebben.
(Bot)veranderingen die eenmaal zijn ontstaan gaan nooit meer helemaal weg. Met bewegingstherapie, lokale injecties, shockwave– en/of lasertherapie kunnen we echter vaak wel de irritatie van de aanhechting van de nekband tot rust brengen. Als de irritatie tot rust is gekomen zullen daarmee ook de klachten verdwijnen of verminderen.
Als u op de hoogte wilt blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen de praktijk, nieuw geschreven artikelen of nieuw binnen de paarden(geneeskunde)wereld kunt u zich hier opgeven voor de nieuwsbrief.